Hoewel hij tot de oudste jachthondenrassen behoort, is de Weimaraner (gelukkig)
nog niet overbekend. Over de herkomst van het ras zijn vele uiteenlopende
theorieën ontwikkeld, waarvan er een aantal aannemelijk lijken terwijl weer
andere verklaringen zeer speculatief zijn. In elk geval wordt de Weimaraner
beschouwd als het oudste zuiver gefokte Duitse staande jachthondenras. Een
korthaar Weimaraner is géén Duitse Staande Korthaar met een andere kleur,
evenmin als de langhaar Weimaraner een grijze Duitse Staande Langhaar is!
Vast staat slechts, dat de
Weimaraner, die toen nog zeer veel bloed van de "Leithund" door zijn aderen had
stromen, al in de periode 1800-1830 aan het Hof van Weimar gefokt werd. In het
midden van de vorige eeuw, dus voor het begin van de zuivere fok, was de
fokkerij nagenoeg geheel in handen van meestal alleen op werkprestaties fokkende
beroepsjagers en jachtopzichters in Midden-Duitsland, vooral in de omgeving van
Weimar en Thüringen. Toen de dagen van de "Leithund" voorbij waren, werden deze
honden ook gekruist met de "Hunerhund" en werd er met deze kruisingen verder
gefokt. Rond ongeveer 1890 werd er met het ras planmatig gefokt en werd er een
stamboek bijgehouden. Naast de kortharige Weimaraner kwam ook reeds voor de
eeuwwisseling, zij het sporadisch, een langharige variëteit voor. De Weimaraner
wordt, sinds de fok in stamboeken is vastgelegd, zuiver gefokt en is dus
wezenlijk vrij van inkruisingen met andere rassen, in het bijzonder de Pointer,
gebleven. Daarmee is de Weimaraner het oudste Duitse Staande Hondenras, dat
reeds zo'n ruim honderd jaar zuiver gefokt wordt.
De Fransen beweren, dat Frankrijk de bakermat van de Weimaraners is en wijzen
daarbij op oude wandtapijten en schilderijen o.a. van Van Dijck waarop een op de
Weimaraner lijkende hond is afgebeeld. Pas veel later, nadat het fokken aan het
Franse hof in verval was geraakt, zou het hof van Weimar deze taak hebben
overgenomen, waarbij deze jachthond met zijn opvallende grijze kleur definitief
de naam Weimaraner zou hebben gekregen. Lange tijd zou het fokken het
alleenrecht van het Weimarse hof zijn geweest. Het verhaal gaat, dat zelfs aan
Bismarck het bezit van een Weimaraner zou zijn geweigerd. Na de val van het
Duitse Keizerrijk verdween de Weimaraner praktisch van het toneel. Gelukkig ging
het ras niet helemaal verloren en waren er ook in die tijd liefhebbers, die het
ras voor uitsterven hebben behoed. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de
belangstelling in Engeland en Amerika en heeft men veel moeite gedaan om het in
verval geraakte ras weer op peil te brengen. De eerste twee (steriele)
Weimaraners werden in 1928 naar Amerika geëxporteerd. Tien jaar later werden er
opnieuw Weimaraners naar Amerika overgebracht, waarna het eerste in de Verenigde
Staten gefokte nest in 1939 werd geboren. In Engeland werden de eerste
Weimaraners pas in 1954 geïmporteerd. Zowel in Frankrijk als in Engeland en
Amerika beleefde de Weimaraner een nieuwe opkomst. De "Gray Ghost" zoals de
Amerikanen hem niet zozeer vanwege zijn kleur, maar vooral om zijn katachtige
soepele gangen noemen, was een opmerkelijke verschijning.
Hij deed in enkele staten van Amerika, zoals Wisconsin, dienst als
politiehond. In Tokio trad hij op als "drug-hond" en bij de politie van
de stad Londen liep er tussen de Duitse Herders lange tijd een
Weimaraner als speurhond. Hij trad ook op in films. Zo was een
Weimaraner de trouwe begeleider van de Western-filmster "Roy Rogers".
Vooral blijft de Weimaraner natuurlijk een all round jachthond.
Oorspronkelijk zou hij door de Fransen gebruikt zijn als lopende hond en werd
hij in de 19e eeuw door de Duitsers afgericht en ingezet als staande hond. De
Duitsers beschouwen hem als de aristocraat onder de jachthonden. Hij is geschikt
voor de jacht op alle wild, zowel voor als na het schot en kan dienst doen onder
alle terreinomstandigheden. Kortom een hond geschikt voor de meest uiteenlopende
jachten. Naast zijn geschiktheid voor de jacht is de Weimaraner ook een
uitstekende huishond. Hij is zeer gesteld op zijn huisgenoten. Niet alleen voor
de baas, doch ook voor de vrouw en de kinderen gaat hij door het vuur. Als er
gevaar dreigt komt zijn verdedigingsdrift naar voren. Het is een
temperamentvolle hond met een duidelijk eigen karakter, die met zachte doch
vaste hand zeer consequent moet worden opgevoed om uit te kunnen groeien tot
ideale kameraad. Hij is zeer gesteld op het leven in huiselijke kring. Het
spreekt vanzelf, dat deze middelgrote temperamentvolle jachthond ook de ruimte
en beweging nodig heeft, Men kan niet volstaan met een paar keer per dag "een
blokje om". Hij moet enige keren per dag de gelegenheid krijgen zijn energie
kwijt te raken door vrij uit te rennen. Men moet hem dag in dag uit, weer of
geen weer, daartoe de gelegenheid geven. Heeft u er dit niet voor over, begin er
dan niet aan.